|
| Merknaam: | FLRT |
| Modelnummer: | 12 1/4“ FSG124 |
| MOQ: | 10pcs |
| Toeleveringsvermogen: | 300pcs per kwart |
12 1/4“ FSG124 04, Verzegeld Rollager, Tricone Rolbeetje, Gemalen Tandbeetje
PRODUCTSPECIFICATIES
Beetjegrootte: 12 1/4 duim (311,2 mm)
IADC: 124
REEKS: FSG
Tandtype: Gemalen Tand
Verbinding: 6 5/8 DUIMapi REG. SPELD
Pijp: drie straal (zij) pijpen
Beetjegewicht: 90 kg
BESCHIKBARE GROOTTE
Van 3 7/8inch aan 36inch
GEADVISEERDE HET BOREN PARAMETERS VOOR TOEPASSING
| Types & IADC-Code | 415 |
435 445 |
515 525 |
535 545 |
615 625 |
635 | |
| WOB | KN/mm (Beetje Dia.) | 0.35~0.95 | 0.35~0.95 | 0.4~0.7 | 0.4~0.7 | 0.45~1.1 | 0.5~1.2 |
| Lb/in. (Beetje Dia.) | 2000~5428 | 2000~5428 | 2285~4000 | 2285~4000 | 2571~6285 | 2857~6857 | |
| Omwentelingssnelheid (T/min) | 150~60 | 150~60 | 140~80 | 120~80 | 110~60 | 100~50 | |
De bovengenoemde grafiek vertegenwoordigt algemeen beschikbare grootte en types, veroorzaken wij andere grootte en types van rotsbeetjes die niet op deze lijst verschijnen. Tevreden om ons voor meer informatie te contacteren.
IADC-verklaarde code
Het eerste cijfer vertegenwoordigt de hardheid van rotsvorming de knopen van het boringshulpmiddel voor geschikt zijn
Elk boorbeetje wordt ontworpen voor een bepaald die type van rotsvorming, volgens hardheid wordt gerangschikt.
Het hulpmiddel wordt toegewezen een aantal tussen 1 en 8 wijzend op het type van rots de tanden of de knopen van een boringshulpmiddel worden ontworpen voor:
1~3: Wijs op een staaltand.
„1 wordt“ gebouwd voor zachte rotsvormingen, „2“ voor middelgrote vormingen, en „3“ voor harde vormingen.
4 ~ 8: Wijst op een tussenvoegsel (TCI) van het wolframcarbide.
„4 worden“ aangewezen voor de zachtere vormingen, met 8 vertegenwoordigend de hardste vormingen
Het tweede cijfer vertegenwoordigt de verdere informatie van de rotsvorming
Ongeacht tandtype, houdt rekening het tweede cijfer met alle factoren van het beetje en rangschikt de rotsvormingen het boringshulpmiddel meest geschikt is want op een schaal van 1 tot 4. 1 zachte vormingen vertegenwoordigt die naar 4 stijgen vertegenwoordigend de hardste vormingen.
Het derde cijfer vertegenwoordigt het dragende type van het boringshulpmiddel.
Het vierde cijfer is een brief die op de speciale eigenschappen van het boringshulpmiddel wijzen.
Naast de knopen, de voorgenomen rotsvormingen, en gebruikte de lagers, kunnen tricone beetjes talrijk andere speciale eigenschappen hebben:
A – Luchttoepassing
B – Speciaal Lager
C – het Centrum spoot
D – Afwijkingscontrole
E – Uitgebreide Stralen
G – Extra Maat of Lichaamsbescherming
Horizontaal H –/Leiding
J – Straalafbuiging
L – Handvatstootkussens
M – Motortoepassing
S – Standaardstaaltand
T – Kegel Twee
W – Verbeterde Scherpe Structuur
X – Beiteltussenvoegsels
